dinsdag 6 augustus 2013

Geen donut met spikkeltjes


Ik ben soms bang dat mijn kinderen te verwend raken, maar zolang ze een bezoekje aan de koffiehoek van de HEMA nog het einde vinden, valt het denk ik wel mee. Ik ga elke dinsdag met Wende. Dan halen we zo’n kleine donut met spikkeltjes. En natuurlijk een Fristi. Toen Morten hoogte kreeg van deze traditie moest ik hem beloven dat ik in de vakantie eens met hem zou gaan.
   Nu was het vakantie en we gingen op weg.
   “Zullen we eerst naar de speelgoedwinkel of eerst naar de HEMA?” vroeg ik op de fiets.
   “Eerst naar de HEMA!” riep Morten. “En ik wil niet zo’n kleine donut met spikkeltjes, hoor. Dat is voor babies. Ik wil een appeltaart met slagroom.”
   Verwendheid kent vele gradaties.
   Eenmaal met het assortiment geconfronteerd koos Morten toch voor een tompouce. We zochten een plekje uit bij het raam. Zoals elke dinsdagochtend was ik de enige man in de koffiehoek. Ja, er was nu één andere jongeman, maar die nipte van zijn theeglas dat hij met twee handen omklemde. Dus dat telde ook niet echt. Achter mij twee meisjes die het liefdesverdriet van één van hen bespraken. Een paar frasen, zoals ik snap het niet en ik voel me ingeruild, kwamen steeds weer terug.
   Morten keek verlekkerd naar zijn tompouce en hij probeerde met zijn vingers de roze bovenkant eraf te trekken. Toen dat niet meteen lukte ging hij eerst eens een kijkje nemen in de speelhoek. Ik begon vast aan mijn muffin en mijn cola en luisterde naar het meisje dat zich ingeruild voelde. Hij doet precies dezelfde dingen met haar als die hij met mij deed.
   Morten kwam al snel weer terug en prutste verder aan zijn tompouce.
   “Hoe krijg je dit roze ding eraf?” vroeg hij. En ook: “Hoe heet dit ook alweer? Een muffin?”
   “Nee, ik heb een muffin. Jij hebt een tompouce.”
   Met mijn vork sneed ik door de puddinglaag de boven- en de onderkant van elkaar af en Morten begon voorzichtig te smikkelen. Eindelijk was het zover. Hij zat hier met papa en hij deed wat zijn zusje altijd met papa deed. En niet met zo’n kinderachtige spikkeltjesdonut, maar een echte… eh… tompouce.
   Maar na vier hapjes van de pudding legde hij zijn vork neer. “Ik hoef eigenlijk niet meer.”
   “Wat is er?” vroeg ik. “Vind je het niet lekker?” 
   “Jawel,” zei hij, “maar ik heb een beetje buikpijn.”

Geen opmerkingen: