vrijdag 9 april 2010

Kerstdiner

Tussen het nagerecht en het kopje thee vertelde mijn pake over zijn vader - mijn overgrootvader. "Het was een zwijgzame, geduldige man."
Toen mijn pake tien jaar was, had hij samen met zijn vrienden een rietje achterin een kikker gestopt en hem opgeblazen - als een ballon. Wat ze tegenwoordig met een strijker doen, zeg maar.
Mijn pake kwam thuis en vertelde trots over zijn kwajongsstreek.
"Dat mag je nooit meer doen, Willem!" had zijn moeder boos geroepen. Zijn vader zei er niks van, ook niet toen ze gingen eten. Er werd die dag niet gesproken onder het eten. Pas na de griesmeelpap zei zijn vader iets.
"Zeg, waar was dat met die kikker?"
Samen liepen ze er naartoe. Hij lag nog in de sloot, helemaal opgeblazen. Mijn pake moest hem uit de sloot pakken en vasthouden.
"Kijk nou eens goed. Hij kan helemaal niks meer." Kleine Willem zag het.
"Hoe zou je het vinden als ik dat bij jou deed?"
"Niet zo leuk, heit," zei kleine Willem.
Hierna heeft hij nooit meer zoiets gedaan. Zo werd dat vroeger opgelost.
Er kwamen nog veel meer verhalen - over de rat in de griesmeelpap van de melkboer en over zijn kruidenierswinkel. Mijn pake heeft ze allemaal in een groot schrift opgeschreven en als zijn autobiografie binnenkort klaar is, mag ik het uittypen en er een mooi boekje van maken. Misschien wel met de titel: Waar was dat met die kikker? Maar dat moet ik nog even met mijn pake overleggen.

Geen opmerkingen: