vrijdag 11 juni 2010

Frisje

Als het 's avonds regende, speelden we Scrabble in de tent.
"Ik kan bijna Beyoncé leggen," zei ik. "Ik kom net een N tekort." Maar eigennamen mogen niet - dat weet ik heus wel.
Een beurt later had ik de letters voor dictee, maar ik kon het nergens aanleggen.
"Je hoeft niet steeds te zeggen wat je bijna kunt, hoor," vond H.
Ik legde frisje neer.
"Wat is nou weer frisje?" vroeg ze.
"Gewoon," zei ik. "Een frisje, dat kun je drinken."
Eerder al moest ik van haar aften goedkeuren - daar had ik nog nooit van gehoord. "Dat zijn blaasjes in je mond."
"Nou vooruit dan maar," had ik gezegd. "Ik geloof je, maar volgend jaar nemen we een woordenboek mee."
Ze stond frisje schoorvoetend toe, maar het kon mij niet helpen - zij won het potje.

De volgende dag, in de auto, zei ik: "Wat is er nou vreemd aan 'een frisje'? Wat wil je drinken? Doe mij maar een frisje."
"Zit je daar nou nog stééds mee?" zei H. "Ik heb het toch goedgekeurd?"
"Ja, maar wel alsof dat een ontzettende gunst was," zei ik. En zo ontstond er weer een discussie over het frisje.
Volgend jaar nemen we alleen Rummikub mee.

Geen opmerkingen: