dinsdag 7 december 2010

Voordringer

Onze kat heeft speciaal voer nodig, dat ik steeds op een bepaalde tijd aan de balie van de dierenarts moet ophalen. Meestal ben ik de enige, maar nu stonden er al twee mensen te wachten - een wat oudere man en een jongedame. Ze stonden een beetje aan de zijkant, waardoor ik dacht dat ze ergens anders op wachtten - een hond die geopereerd werd of een röntgenfoto van een hamster.
Ik liep de twee mensen voorbij naar de balie toe.
"Hela, dat gaat zomaar niet!" zei de man boos. En tegen de jongedame: "Die denkt zomaar even eerst te kunnen gaan. Tsss."
"Wij staan hier al een tijdje te wachten, hoor," viel de jongedame hem bij.
Ik mompelde wat excuses, maar het hielp niet. Vooral de man bleef erg boos kijken.
Toen er eindelijk een assistente achter de balie verscheen, stapte de man resoluut naar voren.
"Ik kom het voer ophalen voor onze poes."
"Hoe heet uw poes?" vroeg de assistente.
De man keek met een korte hoofdbeweging opzij om te zien of ik ook meeluisterde en zei toen zachtjes: "Diedel."
Maar het was niet zacht genoeg - ik had het gehoord. De poes van de boze meneer heette Diedel.

Geen opmerkingen: