vrijdag 19 november 2010

Mobieltje

Twee jongens uit groep 7 kwamen na de pauze wat later binnen dan de rest. De één huilde, de ander lachte vilein. De lachende jongen had bovendien een mobieltje in zijn hand. Aan de huilende jongen te zien was dat mobieltje even daarvoor nog van hem geweest.
"Hoe kom je aan dat mobieltje?" vroeg ik.
"Gewonnen," zei hij met een grote grijns.
Ik keek vragend naar de huilende jongen. Die knikte.
"Hoezo gewonnen?" vroeg ik.
"Met knikkeren."

De ene jongen had al zijn knikkers verloren en toen had hij zijn mobieltje maar ingezet. Wel tegen een hele mooie knikker - zo'n geval ter grootte van een tennisbal. Dat potje had hij natuurlijk verloren, want over iemand die al zijn knikkers al verloren heeft kun je veel zeggen, maar niet dat hij goed kan knikkeren.

In het educatieve gesprekje dat ik na schooltijd met de jongens voerde, spraken we af dat de ongelukkige jongen zijn telefoon terugkreeg en dat die een mooie knikker voor de ander zou kopen. Een héél mooie knikker.
"Eentje van zestig euro?" vroeg hij bezorgd.
"Nee, dat hoeft niet," zei ik, "maar wel eentje waar hij heel blij mee is."
Ik vroeg of hij er niet aan gedacht had dat hij zijn mobieltje wel eens kon verliezen.
"Nee," zei hij, "ik dacht alleen maar aan die knikker die ik wilde hebben."

Geen opmerkingen: